De aanwezigheden
Van noord naar zuid, van oost naar west kennen verschillende culturen sinds mensenheugenis het begrip van het boze oog. De verhalenschat over geesten, spoken en demonen is zo mogelijk nog uitgebreider. In onze tijd van wetenschappelijke orthodoxie blijkt bewijsvoering vinden voor deze fenomenen tot op de dag van vandaag onmogelijk.
Niettemin blijven de berichten binnenstromen over vreemde visuele en/of auditieve waarnemingen. Zo diep zit onze angst voor het onbekende ingeworteld, dat hij ingeboren lijkt.
Een en ander lijkt erop te wijzen dat wij door de evolutie zelf, door moeder natuur, in de loop der aeonen, er op attent zijn gemaakt dat er zich dingen buiten ons normale waarnemingsveld bevinden waar we voor uit de buurt moeten blijven.
Het lijkt niet op biologisch leven zoals wij dat kennen, het lijkt niet op bewustzijn zoals wij het kennen. Onmogelijk ook om diepere motieven toe te kennen aan deze verschijnselen. Hun verschijningsvorm is multivariabel en lijkt aangepast aan het cultuurpatroon en het individu zelf dat ze waarneemt. Entiteiten,die vanuit een parallelle wereld soms de onze doorkruisen. Hun optreden doet soms een toepassing van intelligentie, gekopïeerd, kunstmatig of endogeen vermoeden.
Niemand heeft het ooit beter beschreven dan Guy de Maupassant in zijn "De Horla". Mogelijk zal ooit onze huidige kerk, de wetenschap met name, meer te weten komen over dit gegeven.
Voorlopig moeten we het stellen met interpretaties uit de wereld van de filosofie, het bijgeloof en de kunst om enigszins gestalte te geven aan het ongrijpbare....
Dichtbij en onbevattelijk veraf, opdoemend uit de gitzwarte oneindigheid laten ze veel over aan de verbeelding, behalve dat ze op zijn minst bestaan in de geesten van miljoenen mensen.
Walter Leclair